You seem to be using an unsupported browser
You are using an unsupported browser. To get the most of our website and improve your experience, please update your browser to the latest version available.I understand my browser may not be compatible, however I wish to continue.
Il semblerait que vous utilisiez un navigateur non supporté
Il semble que vous utilisiez un navigateur non supporté. Pour profiter au mieux de notre site et d’une experience ameliorée, veuillez mettre a jour votre navigateur avec l’une des dernieres versions disponibles. Je comprends que mon navigateur peut ne pas etre compatible, mais je souhaite continuer.
AAA
De hoogst mogelijke rating die een kredietbeoordelaar aan de obligaties van een emittent kan geven. Een emittent met een AAA-rating wordt gezien als uitzonderlijk kredietwaardig en kan zijn financiële verplichtingen gemakkelijk nakomen
Active share
De active share wordt weergegeven in een percentage en geeft een indicatie van de mate waarin een beleggingsfonds afwijkt van zijn benchmark per genoemde datum.
Alpha
Alpha is een maatstaf van de toegevoegde waarde die door een actieve portefeuillebeheerder wordt gegenereerd vergeleken met een passieve blootstelling aan een benchmark. Een positieve alpha wijst op een hoger rendement dan de benchmark, een negatieve alpha op een lager rendement dan de benchmark. Een eenvoudige manier om de alpha te berekenen is om de excess return van een fonds te vergelijken met het rendement van de benchmark. Het verschil is de alpha van het fonds. Dit is gebaseerd op het rendement van de benchmark aangepast met de bèta van de portefeuille (zie definitie van bèta voor meer informatie) Zo betekent een alpha van 0,50 dat het rendement van de portefeuille 0,50% hoger was dan het marktrendement (rendement van de benchmark aangepast met de bèta van de portefeuille).
Alternatieve belegging
Beleggingen buiten de traditionele vermogenscategorieën aandelen, obligaties en cash, zoals vastgoed, grondstoffen, opties en andere financiële derivaten. Vaak gebruikt door hedgefondsen.
Arbitrage
Arbitrage verwijst doorgaans naar een financiële strategie waarmee van een discrepantie in de markt wordt geprofiteerd. Arbitragekansen doen zich voor bij kortstondige prijsinefficiënties. Een typische arbitrage is bijvoorbeeld een gelijktijdige aankoop en verkoop van gelijkaardige financiële instrumenten in verschillende markten om van een abnormaal prijsverschil te profiteren.
Asset Backed Security (ABS)
Asset Backed Securities (ABS) zijn door specifieke activa gedekte financiële effecten.
Typische onderpanden voor ABS zijn onder meer autoleningen, tegoeden van kredietkaarten, hypotheekleningen of studieleningen. Het verschil tussen ABS en traditioneel gesecuritiseerd schuldpapier is dat het door Special Purpose Vehicles wordt uitgegeven. Daardoor worden de onderlinge activa afgescheiden van de oorspronkelijke instelling die de leningen uitgeeft.
Aandelen
Een aandeel of enig ander effect dat een eigendomsrecht vertegenwoordigt
Aandelenrisico
Aandelenrisico is “het financiële risico dat gepaard gaat met het bezit van aandelen in een bepaalde belegging.” Aandelenrisico verwijst vaak naar aandelen in ondernemingen door de aankoop van aandelen, en verwijst over het algemeen niet naar het risico van betalingen voor vastgoed of de opbouw van vermogen in eigendommen.
Achtergestelde obligatie
Een achtergestelde obligatie is een obligatie waarvan de terugbetaling achtergesteld is ten opzichte van andere instrumenten (leningen, senior obligaties, deposito’s) die voorrang krijgen nadat de emittent failliet is gegaan. Daar staat tegenover dat achtergestelde obligaties een hogere rente bieden.
Backwardation
Een backwardation of ‘omgekeerde markt’ verwijst naar een marktomstandigheid waarin de prijs voor levering in de toekomst lager is dan de huidige prijs of spotprijs van een goed. Anders gezegd, een backwardation is een situatie waarin de verhandelbare prijscurve van een instrument omgekeerd is omdat de prijs op de korte termijn hoger is dan de toekomstige prijs. Het tegengestelde van backwardation is contango.
Behavioral Finance
Behavioral Finance is een theorie die stelt dat emotionele beslissingen de hypothese van een efficiënte markt ondermijnen. Volgens de aanhangers van Behavioral Finance kunnen marktanomalieën worden verklaard door de emoties en het gebrek aan rationaliteit van een deel van de beleggers.
Benchmark
Een benchmark is een referentie waarmee het rendement van een portefeuille wordt vergeleken. Op basis van die vergelijking worden de beleggingsvaardigheden van een beheerder beoordeeld (underperformance en outperformance worden vaak gedefinieerd door vergelijking met een benchmark).
Bèta
Bèta is een maatstaf van het marktrisico van een portefeuille waarbij de markt vertegenwoordigd wordt door financiële indices (zoals de MSCI World) die in lijn zijn met de richtlijnen van de portefeuille. De maatstaf meet de gevoeligheid van het rendement van de portefeuille voor het marktrendement.
Ter illustratie: een bèta van 1,5 betekent dat de portefeuille met 1,5% stijgt als de markt 1% rendeert.
In wiskundige termen is de bèta de correlatie tussen de portefeuille en de markt vermenigvuldigd met hun volatiliteitsratio.
Bid-to-cover ratio
De bid-to-cover ratio is een term die bij veilingen wordt gebruikt om de sterkte van de vraag naar een actief te beoordelen. De ratio wordt berekend door het aantal geschikte biedingen (of soms ook de totale waarde van de ontvangen biedingen) te delen door het aantal aanvaarde biedingen. Hoe hoger de ratio (boven de 2), hoe succesvoller de veiling is geweest. Omgekeerd wijst een lage veilingratio op een tegenvallende veiling.
Bottom-up
Bottom-up is een vaak gebruikt begrip in de sector van het vermogensbeheer. Het verwijst naar het selectieproces van een effect op basis van een individuele analyse dan op basis van andere bredere overwegingen (wereldwijde economie, sector, regio). Het tegengestelde van ‘bottom-up’ is ‘top-down’.
Brent crude
Brent crude is een benchmark voor de classificatie van zoete en lichte ruwe olie afkomstig uit de Noordzee. Brent crude staat ook bekend als Brent Blend, London Brent of Brent petroleum.
Butterfly
Een butterfly is een optiestrategie die doorgaans wordt toegepast als de toekomstige volatiliteit van een onderliggend actief kan verschillen van zijn impliciete volatiliteit. Een long butterfly is winstgevend als de prijs van het onderliggend actief stabiel is en beperkt tegelijk het dalingsrisico in ongunstige markten.
Bewaarder
Een bewaarder is een financiële instelling die financiële activa aanhoudt en bewaart namens een derde. Dit biedt beleggers een plaats waar ze hun activa tegen een vergoeding (bewaardiensten) kunnen bewaren met weinig wisselkoersrisico. De bewaarder is wettelijk aansprakelijk voor de elektronische opslag van de financiële activa. Bewaarders kunnen ook andere diensten aanbieden zoals betalingen, administratie voor verrichtingen op effecten (zogeheten corporate actions) en boekhouddiensten.
Beleggingswaarden (Investment grade)
Investment-grade obligaties hebben een hoge kredietrating (laag wanbetalingsrisico van emittent). Dit label wordt door een kredietbeoordelaar toegekend. Zo moet een obligatie of emittent bij Standard & Poor’s een rating hoger dan BBB- hebben om de status investment grade te krijgen. Investment grade is het tegengestelde van High Yield.
Beoogd rendement
Fondsen die streven naar een specifiek rendement over een specifieke periode ongeacht de marktbewegingen
Bronbelasting
een belasting op inkomsten (rente en dividenden) uit effecten die bij uitkering wordt ingehouden
C-VaR
Conditional Value at Risk (C-Var) is een risicomaatstaf van het potentiële verlies dat een portefeuille kan lijden als de VaR wordt overschreden. De maatstaf is verbonden aan een vertrouwensniveau (x%) en een tijdshorizon (aantal dagen) en wordt berekend als een gewogen gemiddelde tussen de Value at Risk (VaR) en verliezen boven die Value at Risk. Zo betekent een C-VaR (95%, 5 dagen) van 1 miljoen EUR dat de portefeuille in 5% van de gevallen gemiddeld 1 miljoen EUR kan verliezen over een periode van 5 dagen.
Andere termen voor C-VaR zijn ‘verwacht tekort’ of ‘tail VaR’.
Call option
Een calloptie is een financieel contract tussen twee partijen waarbij de koper van de optie een som (premie) betaald waardoor hij het recht krijgt, maar niet verplicht is, om een overeengekomen hoeveelheid van een specifieke grondstof of een specifiek financieel instrument (het onderliggend actief) te kopen van de verkoper op of tot een bepaald tijdstip (de vervaldag) tegen een gegeven prijs (de uitoefenprijs). De verkoper van de optie is verplicht om de grondstof of het financieel instrument te verkopen als de koper dat wenst.
Cap
Een rentecap is een afgeleid contract waarbij de koper een provisie (premie) betaald om betalingen te ontvangen op het einde van elke overeengekomen periode als de rente die als referentie wordt gebruikt boven een vooraf afgesproken niveau stijgt (uitoefenprijs). Zo is een driejarige cap strike van 1% op de 6-maands EURIBOR een overeenkomst die de koper gedurende de volgende drie jaar recht geeft op een zesmaandelijkse betaling als de 6-maands EURIBOR-rente hoger is dan 1%.
Carry
De carry van een obligatie is het rendement dat de houder behaalt voor het bezit ervan. Zo is de driemaandelijkse carry van een obligatie gelijk aan de winst of het verlies voor een belegger als hij de obligatie gedurende drie maanden aanhoudt. De carry wordt doorgaans uitgedrukt in basispunten.
Cash and carry
Een cash & carry-transactie is een vorm van arbitrage. In die transactie koopt een belegger een actief en verkoopt hij tegelijk een futurescontract op hetzelfde actief voor een overeengekomen toekomstige vervaldag. Rekening houdend met de kosten verbonden met de aankoop en het aanhouden van het actief tot de vervaldag van de future (lenen van het actief, opslaan van een grondstof etc.) gaat de belegger tot bovenstaande arbitrage over als de toekomstige prijs van het actief, afgeleid van de spotprijs en de eraan verbonden kosten, lager is dan de toekomstige prijs van het actief.
Cheapest to deliver
De term Cheapest to Deliver (CTD) wordt gebruikt in de futuresmarkt voor het goedkoopste onderliggende product dat leverbaar is op de vervaldag van het futurescontract. In de meeste futurescontracten hebben verkopers (beleggers die short zijn op de future) het recht om diverse types van onderliggende producten af te leveren en zullen ze dus altijd proberen om het goedkoopste leverbare product af te leveren.
De prijs van een derivatencontract houdt in dat geval rekening met de CTD-prijs van het onderliggende product.
Collar
Een collar is een combinatie van de aankoop (of verkoop) van een cap en de verkoop (of aankoop) van een floor. Dit beschermt de kredietnemer (of kredietgever) tegen een stijging (of daling) van de rente.
Een koper van krediet met een zwevende rente koopt bijvoorbeeld een cap en verkoopt een floor (tegen een lagere uitoefenprijs). Dankzij de winst op de verkoop van de floor zullen de kosten van de collar in dat geval lager zijn dan de kosten van een cap. Als de transactieprijs van de cap en de floor gelijk is, spreekt men van een zero cost collar. Maar in ruil voor die lagere prijs zal de winst van de kredietnemer beperkt zijn in geval van een dalende rente.
Collateralised Debt Obligatie (CDO)
Een Collateralised Debt-obligatie is een type van door obligaties, leningen of andere schulden gedekt ABS. Het rendement op deze producten wordt in tranches uitbetaald (zie definitie van tranche voor meer details) en wordt vervolgens toegesneden op het risico-rendementsprofiel van verschillende beleggers. In het begin van de jaren ’90 werden CDO’s vooral door financiële instellingen gecreëerd om schuld van hun balansen te halen.
Constant Proportion Portfolio Insurance (CPPI)
Een Constant Proportion Portfolio Insurance (CPPI) is een handelsstrategie of techniek voor de samenstelling van portefeuilles waarmee een belegger kan profiteren van het stijgingspotentieel van een risicovol actief terwijl hij tegelijk kan profiteren van een bescherming (of een kapitaalgarantie) tegen dalingsrisico’s.
Consumentenprijsindex (CPI)
De consumentenprijsindex (CPI) meet de prijs van een mandje van producten die representatief zijn voor de reële consumptie. De schommeling van de CPI is een maatstaf voor inflatie.
Contango
Een contango verwijst naar een marktomstandigheid waarin de toekomstige prijs van een contract hoger is dan de spotprijs. Anders gezegd, een contango is een situatie waarin de verhandelbare prijscurve van een instrument normaal is omdat de prijs op de korte termijn hoger is dan de toekomstige prijs. Het tegengestelde van contango is backwardation.
Converteerbare obligatie
Een converteerbare obligatie is een obligatie die aan zijn houder het recht geeft om de obligatie om te zetten in aandelen van dezelfde emittent op basis van een ruilverhouding. Converteerbare obligaties vertonen kenmerken van aandelen en obligaties en worden daarom ingedeeld bij hybride instrumenten.
Convexity
De convexiteit is een maatstaf voor de wijzigende duration als de rente wijzigt. Doorgaans hebben obligaties een positieve convexiteit.
Covered Bond
Een covered bond is een obligatie die de houder ervan een claim geeft op door de emittent te ontvangen tegoeden op vorderingen die hij op andere derden heeft. Bij een wanbetaling door de emittent van de covered bond worden die tegoeden gebruikt om de covered bond terug te betalen. Dit type van obligatie is per definitie veiliger dan een senior obligatie zonder waarborg.
Credit default swap (CDS)
Een credit default swap is een overeenkomst tussen twee tegenpartijen (de koper en de verkoper van de kredietbescherming) waarbij het kredietrisico van een schuldemittent (een bedrijf of een land) wordt overgedragen. Tegen regelmatige betaling van een premie zal de koper van de bescherming een vergoeding ontvangen in geval van wanbetaling door de emittent.
In de praktijk komt een CDS neer op een verzekeringscontract tegen wanbetaling van een emittent van schuldpapier. De CDS treedt in werking bij een kredietgebeurtenis waardoor de verkoper van de bescherming verplicht is om de koper te vergoeden voor het door de emittent niet ingeloste bedrag.
Contractuele betalingscascade
Een contractuele betalingscascade is een samenstelling van regels voor de volgorde van de aflossingen van een actief. Volgens deze regels ontvangen achtergestelde beleggers pas terugbetalingen van de hoofdsom nadat de senior beleggers volledig zijn terugbetaald.
Derivaat
Een derivaat of afgeleid product is een financieel instrument waarvan de waarde afhangt of afgeleid is van de waarde van een onderliggend actief. Mogelijke onderliggende activa zijn aandelen, obligaties, rente, grondstoffen of valuta’s. De belangrijkste categorieën van derivaten zijn opties, swaps, forwards en futures.
Derivaten bieden toegang tot een breed scala van onderliggende exposure, zoals een positie met hefboom, een shortpositie of zelfs een positionering op maat (via opties). Het zijn flexibele instrumenten, maar ze brengen tegenpartijrisico’s mee.
Duration
De duration van een obligatie is een tijdsmaatstaf (in aantal jaren) voor ofwel:
- de gewogen gemiddelde looptijd van alle cashflows van een obligatie tot aan de vervaldatum (Macaulay duration)
- of de gevoeligheid van de obligatieprijs voor rentebewegingen (modified duration) In het geval van een obligatie met een vaste coupon liggen de modified en Macaulay duration dicht bij elkaar en zijn ze met elkaar verbonden op basis van de volgende formule:
Modified duration = Macaulay duration/(1+yield)
Duration is een veel gebruikte risicomaatstaf van obligatieportefeuilles om het risico verbonden met schommelingen in de kredietspread of in de risicovrije rente te meten.
Efficiënte-Markt Hypothese (EMH)
De efficiënte-markt-hypothese stelt dat alle informatie correct in de activaprijzen is verwerkt. Er worden drie vormen van efficiëntie onderscheiden:
- sterke vorm: alle informatie (met inbegrip van insider-informatie) is in de prijzen verwerkt.
- semisterke vorm: in deze vorm is alle publieke informatie in de prijs verwerkt.
- zwakke vorm: in de zwakke vorm is historische informatie geen indicatie voor de toekomst.
Ex-ante tracking error
Zie definitie ‘tracking error’
Exchange Traded Fund
Exchange Traded Funds (ETFs) zijn fondsen die op de beurs worden verhandeld. ETF’s kunnen beleggen in aandelen, obligaties of grondstoffen. Doorgaans volgens ze marktindices (zoals de MSCI) met een dagelijkse notering dicht bij hun theoretische netto-inventariswaarde. ETF’s bieden beleggers goedkope toegang tot passieve, gespreide en liquide portefeuilles.
Fonds met absoluut rendement
Een actief beheerd fonds dat zowel in dalende als stijgende markten positieve rendementen tracht te genereren.
Floor
Een rentefloor is een afgeleid contract waarbij de koper een provisie (premie) betaalt om op het einde van elke overeengekomen periode betalingen te ontvangen als de rente, die als referentie wordt gebruikt, onder een vooraf afgesproken niveau daalt (uitoefenprijs).
Dat kan bijvoorbeeld een overeenkomst zijn om gedurende de volgende drie jaar zesmaandelijks een betaling te ontvangen als de EURIBOR-rente op looptijden van zes maanden lager is dan 1%. In dat geval spreekt men van een driejarige floor strike van 1% op de 6-maands EURIBOR.
Forward
Een forward is doorgaans een OTC-contract tussen twee tegenpartijen om op een latere datum een actief (zoals een valuta, een staatsobligatie of een aandeel) te kopen of te verkopen tegen een vooraf overeengekomen prijs. Een forwardcontract wordt algemeen beschouwd als het tegengestelde van een spottransactie.
Forward Rate Agreement
In een Forward Rate Agreement (FRA) of rentetermijncontact maken twee tegenpartijen afspraken over de rente die op een forwardcontract zal worden toegepast. De verkoper van de FRA verbindt er zich dus toe om op een latere datum geld te lenen aan de koper van de FRA tegen een vooraf bepaalde rente.
In de praktijk wordt de lening zelden daadwerkelijk verstrekt en wordt de FRA doorgaans cash betaald op de vastgestelde datum.
Future
Een future is een contract om op een overeengekomen datum en tegen een vooraf bepaalde prijs een onderliggend actief (zoals een beursindex, grondstoffen, staatspapier) te kopen of te verkopen. In tegenstelling tot forwards die doorgaans OTC’szijn kunnen futures standaard contracten zijn die op de beurzen worden verhandeld en die margin calls (verplichting om op korte termijn een bedrag als zekerheid voor de bank te storten) vereisen.
Gesloten fonds
Een gesloten fonds is een beleggingsfonds met een vast aantal eenheden in tegenstelling tot een open fonds waaraan de beheerders extra eenheden kunnen toevoegen om aan de vraag van beleggers tegemoet te komen. Eenheden van gesloten fondsen kunnen op de markt gekocht of verkocht worden.
Grondstoffen
Een basisgoed dat wordt verhandeld en dat kan worden ingewisseld voor andere grondstoffen van hetzelfde type. Grondstoffen worden doorgaans gebruikt voor de productie van andere goederen. Voorbeelden zijn goud, olie en tarwe.
Griekse letters
Griekse letters verwijzen naar de gevoeligheid van derivatenprijzen voor alle factoren waarvan ze afhangen (onderliggende prijs, looptijd, volatiliteit, risicovrije rente):
- (delta): gevoeligheid voor de onderliggende prijs
- (thèta): gevoeligheid voor de looptijd tot de vervaldag
- (vega): gevoeligheid voor de volatiliteit.
- (rho): gevoeligheid voor de risicovrije rente
- (gamma): gevoeligheid van de delta voor de onderliggende prijs.
Derivaten worden vooral gebruikt om bepaalde risico’s af te dekken. De Griekse letters staan voor de inverse van de hoeveelheid derivaten die nodig is om de beoogde risico’s optimaal af te dekken. Zo zal de aankoop van 20 puts met een delta van -0,50 een longpositie van 10 onderliggende aandelen afdekken (tegen bewegingen van het onderliggende actief).
Groeibelegging
Een groeibeleggingsstrategie belegt in bedrijven met een hoog winstgroeipotentieel. Het tegengestelde van een groeibelegging is een waardebelegging.
Geldmarkt
Markt waarop kortlopende fondsen worden verhandeld
Gestructureerd fonds
Een fonds dat bv. vastrentende producten met aandelen combineert om het kapitaal van beleggers te beschermen en hen tegelijk van een mogelijke stijging van hun kapitaal te laten profiteren.
High yield
High yield of hoogrentende obligaties hebben een zwakke kredietrating op basis van het wanbetalingsrisico verbonden met de emittent. Het label High Yield wordt toegekend door een ratingagentschap. Zo moet een obligatie of een emittent bij Standard & Poor’s een rating lager dan BBB- hebben om de status High Yield te krijgen. High Yield is het tegengestelde van investment-grade.
Inflatiegelinkte obligatie
Inflatiegelinkte obligaties zijn obligaties waarvan de nominale waarde en dus de coupon geïndexeerd is op basis van de consumentenprijsindex (CPI). Dit beschermt hun houders tegen de inflatie.
Informatieratio
De informatieratio is een voor risico gecorrigeerd rendement dat de excess return van de portefeuille vergeleken met zijn benchmark (zogeheten actief rendement) afzet tegen zijn tracking error.
Initial Public Offering (IPO)
Een Initial Public Offering (IPO) of beursintroductie van een bedrijf verwijst naar de eerste verkoop van aandelen aan het beleggerspubliek. Dankzij een IPO kan een bedrijf op de beurs noteren. Dat biedt het bedrijf niet alleen prestige, maar ook de mogelijkheid om zijn financieringskosten te verlagen en toegang te krijgen tot kapitaal en liquiditeit.
ISDA
De International Swaps and Derivatives Association (ISDA) heeft als hoofddoel om de OTC-derivatenmarkt te standaardiseren en te bevorderen.
Daartoe heeft de ISDA een aantal modeldocumenten opgesteld, namelijk:
- de ISDA-raamovereenkomst die de standaard voorwaarden vastlegt voor alle OTC-transacties tussen twee tegenpartijen.
- De Credit Support Annex (verbonden aan de ISDA-raamovereenkomst) met aanvullende bepalingen om het tegenpartijrisico bij OTC-transacties te beperken.
De ISDA is ook belast met de definitie, bewaking en vaststelling van kredietgebeurtenissen. Bovendien organiseert de ISDA veilingen na kredietgebeurtenissen om de te gebruiken recovery rate voor CDS-betalingen te bepalen.
Islamic finance
Islamic finance is een alternatief voor het traditionele banksysteem dat elementen bevat die niet door de sharia (islamitische regels en rechtspraak) zijn toegestaan. Islamitische financiële producten moeten beantwoorden aan basisregels zoals economische participatie en ze mogen geen verboden elementen bevatten zoals woekerrente of -winst (Riba’), onzekerheid (Gharar’) en weddenschappen (Maisir).
Kredietgebeurtenis
Een kredietgebeurtenis is een gebeurtenis waardoor het beschermingsmechanisme van de CDS (zie definitie van CDS) in werking treedt. De drie belangrijkste kredietgebeurtenissen zijn wanbetaling, faillissement en schuldherschikking. De ISDA is belast met de definitie, de bewaking en de vaststelling van kredietgebeurtenissen.
Kredietspread
Een kredietspread meet de kredietrisicopremie van een schuldemittent:
- het is de spread vergeleken met de risicovrije rente die beleggers vereisen om een obligatie te kopen (zie definitie Z-spread).
- het is tevens de premie die verkopers van CDS-bescherming vereisen om het kredietrisico van de entiteit in kwestie te dragen.
Kwantitatieve versoepeling
Kwantitatieve versoepeling is een onconventioneel en inschikkelijk monetair beleid waarbij onder meer grote hoeveelheden staatspapier worden aangekocht wat de balans van de centrale bank vergroot.
Er is anderzijds sprake van kwalitatieve versoepeling als een centrale bank meer risicovolle activa op haar balans zet in plaats van haar balans te vergroten.
Leveraged Buyout (LBO)
Een leveraged buyout (LBO) is een techniek die door beleggers wordt gebruikt om een bedrijf (overnamedoel) te kopen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van drie verschillende hefbomen:
- Wettelijke hefboom:
Er wordt een holding opgericht die de aandelen van het overnamedoel zal kopen. Hierdoor kan een belegger die 50% bezit van de holding die op zijn beurt 50% van de aandelen van het overnamedoel bezit, het overnamedoel controleren terwijl hij slechts 25% van het kapitaal van het overnamedoel heeft betaald. Die hefboom kan worden verhoogd door meerdere holdingmaatschappijen na elkaar op te richten. - Financiële hefboom:
De holdingmaatschappij geeft doorgaans grote hoeveelheden schuldpapier uit om de transactie te financieren. De dividenden van het overnamedoel die aan de holdingmaatschappij worden uitgekeerd, worden op hun beurt gebruikt om de schuld terug te betalen. - Fiscale hefboom:
Doorgaans zijn de dividenden die het overnamedoel genereert en die aan de holdingmaatschappij worden uitgekeerd belastingvrij. Onder bepaalde voorwaarden kunnen de inkomsten van het overnamedoel bovendien met de inkomsten van de holdingmaatschappij worden geconsolideerd om de gezamenlijke inkomstenbelasting eventueel te verlagen (als de inkomsten van de holding negatief zijn).
Een LBO is een risicovolle belegging die doorgaans over drie tot zeven jaar wordt gespreid.
Libor
De London interbank offer rate (LIBOR) is de gemiddelde interbancaire rente waartegen toonaangevende banken op de Londense geldmarkt elkaar leningen verstrekken. De Libor-rente wordt dagelijks gepubliceerd voor 10 valuta’s en 15 looptijden.
Omdat de Libor-rente berekend wordt op basis van cijfers die dagelijks door de panelbanken worden ingediend, kan deze worden gemanipuleerd. Dergelijke manipulaties lagen aan de basis van het Libor-schandaal dat in juni 2012 aan het licht kwam.
Life Cycle fund
Een Life Cycle-fonds is een beleggingsfonds dat zijn allocatie aan risicovolle activa verlaagt naarmate de vervaldag nadert. Deze fondsen zijn geschikt voor beleggers die hun inleg automatisch en geleidelijk naar veiligere activa willen verplaatsen.
Limietorder
Een limietorder is een order om een specifiek actief tegen een maximale (minimale) prijs te kopen (te verkopen). Dit geeft beleggers controle over de uitvoering van hun transacties, maar het beperkt het aantal daadwerkelijk uitgevoerde orders. Een limietorder is het tegengestelde van een marktorder dat onmiddellijk wordt uitgevoerd ongeacht de marktprijs.
Liquiditeitsrisico
Het liquiditeitsrisico is het risico dat een effect bij gebrek aan gegadigden op de markt tegen een aanzienlijk lagere (hogere) prijs moet worden verkocht (gekocht) dan zijn intrinsieke waarde.
Lening
Een lening is een schuldinstrument waarbij de kredietnemer een schuld aan de kredietgever (doorgaans een bank) verschuldigd is en verplicht is om aan die laatste regelmatig een rente te betalen en om de hoofdsom op een specifieke vervaldag terug te betalen.
In tegenstelling tot obligaties zijn leningen doorgaans niet verhandelbaar.
Looptijd
De resterende tijd voordat de hoofdsom van een obligatie moet worden terugbetaald
Markttransacties van centrale banken
Centrale banken voeren transacties uit op de financiële markten om hun monetair beleid toe te passen. Centrale banken kunnen onbeperkt geld injecteren (of weghalen) uit de geldmarkt en gebruiken die transacties om de rente op eendaagse fondsen in de geldmarkt te beïnvloeden.
Meerdere vormen van interventies zijn mogelijk. De bekendste is de Open Market Operation (OMO) waarbij centrale banken staatspapier kopen of verkopen op de open markt.
Margin call
Een margin call is het dagelijks ontvangen/ (betaalde) bedrag door/ (aan) de tegenpartij voor een derivatentransactie met een positieve/ (negatieve) dagkoers. Dit beperkt het tegenpartijrisico omdat het dagelijks de uitstaande bedragen van de tegenpartij van het derivaat afdekt.
Marked-to-market
Marked-to-market (waardering tegen marktwaarde) is een waarderingsmethode die gebruikt wordt om de prijs van een effect tegen zijn marktwaarde te registreren (d.w.z. de prijs waartegen het effect daadwerkelijk op de markt kan worden verkocht). Er bestaan ook andere boekhoudtechnieken (redelijke waarde, historische kostprijs) om de waarde van een effect te bepalen.
Maximum drawdown
De maximale drawdown is het maximale verlies van een portefeuille tussen twee data.
Murabaha
In Islamic finance is een Murabaha een contract waarbij een actief wordt verkocht met een winstmarge die vooraf door beide partijen van het contract is vastgelegd. Het contract is dus geldig als de prijs, de verbonden kosten en de winstmarge op het ogenblik van de verkoopovereenkomst zijn vastgesteld.
Netto Intrinsieke Waarde (NIW)
De intrinsieke waarde van een beleggingsfonds wordt berekend door de totale waarde te delen door het aantal uitstaande participaties van het fonds.
Net present value (NPV)
De net present value (NPV) of Netto Contante Waarde (NCW) van een instrument (obligatie, aandeel) is de huidige waarde van de som van al zijn toekomstige kasstromen. Elke contante waarde wordt berekend door de verwachte waarde van de kasstroom te actualiseren met de risicovrije rente, plus een marge op basis van het eraan verbonden risico.
Zo is de NPV van een obligatie de som van al zijn coupons en terugbetalingen van de hoofdsom, geactualiseerd met de risicovrije rente, plus de kredietspread van de emittent.
Nulcouponobligatie
Een nulcouponobligatie is een obligatie die geen coupons uitkeert maar de rente kapitaliseert. Die obligaties worden uitgegeven tegen een aanzienlijk lagere prijs dan hun nominale waarde. Kortlopende schuldeffecten hebben vaak een nulcoupon, terwijl obligaties met langere looptijden doorgaans regelmatig rente uitkeren. Het is echter mogelijk om langer lopende nulcouponobligaties te creëren om de aanspraken op bepaalde inkomstenstromen en op de hoofdsom van hetzelfde instrument afzonderlijk te kunnen verhandelen. Deze methode wordt STRIP (Separate trading of interest & principal) genoemd.
Obligatie
Een obligatie is een financieel instrument (schuldeffect) waarbij de emittent geld aan de houders is verschuldigd. Hij moet hen dan regelmatig een rente (coupon) uitkeren en de hoofdsom op een latere datum (vervaldag) terugbetalen. Echter, sommige obligaties hebben geen coupon en dus geen regelmatige uitkering. Een obligatie is algemeen verhandelbaar want het eigendomsrecht ervan kan naar de secundaire markt worden overgedragen.
Obligatierendement
Het obligatierendement is het geannualiseerde interne rendement dat beleggers vereisen om een obligatie te kopen. De prijs van een obligatie is dus gelijk aan de som van alle cash flows verdisconteerd naar het obligatierendement.
Opkomende landen
Landen waar de economie een snelle, maar vaak ook instabiele groei doormaakt, hetgeen voor beleggers een verhoogd risico op verlies van de inzet kan betekenen
Openstaande rente
De openstaande rente is het totale volume van derivatencontracten (futures en opties) die nog openstaan (onbetaald zijn) op een specifiek onderliggend actief.
Optie
Opties zijn financiële instrumenten die hun houders het recht geven, maar niet verplichten om:
– een actief (het onderliggende actief)
– te kopen (call) of te verkopen (put)
– tegen een vooraf vastgestelde prijs (strike of uitoefenprijs)
– op een specifieke datum (Europese optie) of tegen een specifieke datum (Amerikaanse optie)
De optieprijs hangt af van de prijs van het onderliggend actief, de uitoefenprijs, de risicovrije rente, de vervaldag en de verwachte volatiliteit (impliciete volatiliteit) van het onderliggend actief.
Over The Counter
Over The Counter-transacties (OTC) zijn bilaterale transacties die buiten de gereglementeerde markt worden uitgevoerd. In tegenstelling tot de beurshandel waar sommige regels de transacties moeten standaardiseren en de tegenpartijrisco’s moeten beperken zijn OTC’s bijzonder geschikt voor niet-standaard transacties.
Portefeuillerotatie
De portefeuillerotatie meet het aandeel van de portefeuille dat jaarlijks wordt vervangen. Er bestaan meerdere berekeningsmethodes. Zo kan dit cijfer berekend worden als de verhouding tussen het aantal aankopen of verkopen (waarbij het kleinste van de twee getallen wordt gebruikt) en de gemiddelde inventariswaarde van de portefeuille.
Private Equity
Private equity (ook wel durfkapitaal genoemd) verwijst naar beleggingen in aandelen van bedrijven die niet openbaar worden verhandeld op de beurs.
Put option
Een putoptie is een financieel contract tussen twee partijen waarbij de koper van de optie een provisie (premie) betaald die hem het recht geeft, maar niet verplicht, om een overeengekomen hoeveelheid van een specifieke grondstof of een specifiek financieel instrument (het onderliggende actief) te verkopen aan de verkoper van de optie op of tot een specifiek tijdstip (de vervaldag) tegen een specifieke prijs (de uitoefenprijs). De verkoper van de optie is vervolgens verplicht om de grondstof of het financiële instrument te kopen als de koper beslist om zijn optie uit te oefenen.
R²
De R-kwadraat is dat gedeelte in het rendement van een fonds dat verklaard kan worden door bewegingen in zijn benchmarkindex. Een R-kwadraat van 1 indiceert dat alle bewegingen in de index gevolgd worden door bewegingen in het rendement van het fonds. Als een fonds alleen in indexaandelen belegt, zal het meestal een R-kwadraat dicht bij 1 kennen. Als een R-kwadraat omgekeerd laag is, betekent dit dat slechts een klein gedeelte van het rendement van een fonds wordt verklaard door de index. R-kwadraat wordt ook wel gebruikt in combinatie met beta. Een hoge R-kwadraat geeft aan dat de Beta betrouwbaar is. Een minder hoge R-kwadraat impliceert een insignificante beta.
Ratingagentschappen
Ratingagentschappen of kredietbeoordelaars zijn entiteiten die de kredietkwaliteit van emittenten en effecten beoordelen en op basis van hun bevindingen ratings toekennen. De drie grootste ratingagentschappen zijn Moody’s, Standard & Poor’s en Fitch. Kredietratings meten het wanbetalingsrisico van de debiteur. De analyses zijn gebaseerd op kwantitatieve en kwalitatieve informatie.
Repurchase Agreement
Een Repurchase Agreement (REPO) is een activaverkoop met de belofte om het actief terug te kopen op een specifieke datum tegen een specifieke prijs. Net als een gesecuritiseerde lening geeft een REPO de kredietverstrekker het wettelijk eigendomsrecht van het effect tot aan de vervaldag van de transactie. De kredietverstrekker kan dit effect dus hergebruiken voor andere REPO-verrichtingen.
Rentegevoeligheid
Een maatstaf voor de gevoeligheid van de prijs van een obligatie voor rentewijzigingen
Rentecurve
De rentecurve toont de rentestructuur voor beleggingen met verschillende looptijden. De verticale y-as toont de rentevergoeding en de horizontale x-as de resterende looptijd. De rentecurve is in normale omstandigheden oplopend (langetermijnrente hoger dan kortetermijnrente). In zeldzame gevallen zien we een omgekeerde curve die vaak beschouwd wordt als een teken van recessie. De rentecurve kan heel wat bewegingen ondergaan maar de drie belangrijkste bewegingen die wijzigingen in de rentecurve verklaren zijn: de parallelle verschuiving, een twist (of verandering van de steilheid van de rentecurve) en de butterfly (of verandering in de kromming van de rentecurve).
Securitisatie
Securitisatie is het proces waarbij liquide effecten (zoals ABS of CDO) worden gecreëerd met een verzameling van illiquide activa (voornamelijk leningen). Een entiteit, doorgaans een bank, verkoopt activa aan een special purpose vehicle dat effecten uitgeeft waarvan de risico’s en rendementen verbonden zijn aan de verkochte activa. Securitisatie wordt doorgaans gecombineerd met een tranchingmechanisme om effecten met een laag risico uit te geven.
Sharpe Ratio
De Sharpe ratio is de excess return van de portefeuille ten opzichte van de risicovrije rente gedeeld door zijn volatiliteit.
Short Squeeze
Een Short Squeeze is een marktsituatie waarin de prijzen van een onderliggend actief stijgen door een gebrek aan aanbod. Die situatie wordt vaak verergerd door de shortverkoop of via derivatencontracten opgebouwde shortposities. In die gevallen beginnen de partijen te kopen om hun verliezen te dekken en zullen ze uiteindelijk het onderliggende actief tegen elke prijs kopen om aan hun verplichtingen te voldoen waardoor de prijzen stijgen. Een short squeeze is vaak een gevolg van marktmanipulatie. Een beruchte short squeeze deed zich in oktober 2008 voor toen de koers van Volkswagen-aandelen in twee dagen tijd met meer dan 300% steeg.
SPE / SPV
Een special purpose entity (SPE) of special purpose vehicle (SPV) is een wettelijke entiteit die door een bedrijf (sponsor) wordt opgericht om specifieke taken uit te voeren. SPE’s/SPV’s worden veelvuldig gebruikt bij securitisatie om door een verzameling van leningen gedekte effecten uit te kunnen geven. De basisprincipes van een SPE/SPV zijn:
- onafhankelijkheid van zijn sponsor
- bescherming tegen faillissement
- reële verkoop van activa van de sponsor
- onderkapitalisatie
- zelfvoedend
- administratie uitgevoerd door een trustbeheerder
Spotprijs
Een spotprijs is een vastgestelde prijs voor de aflevering van een actief twee handelsdagen na de datum van de transactie. Het tegenstelde van de spotprijs is de forward prijs.
Straddle
Een long straddle-strategie omvat de aankoop van een put en een call tegen dezelfde uitoefenprijs. Zo kan een koper van een straddle zowel van een grote stijging als van een grote daling van de onderliggende prijs profiteren.
Strangle
Een long strangle-strategie omvat de aankoop van een put en de aankoop van een call met een hogere uitoefenprijs. Zo kan een koper van een strangle zowel van een grote stijging als een grote daling van de onderliggende prijs profiteren. Een strangle is minder duur dan een straddle maar vereist een grotere prijsschommeling om winstgevend te zijn.
Sukuk
In Islamic finance is een Sukuk een islamitisch effect dat verhandeld wordt in de vorm van documenten of certificaten die de waarde van die activa vertegenwoordigen. Sukuks worden vaak omschreven als islamitische obligaties, maar vanuit markttechnisch oogpunt kan het gaan om effecten, notes, schuldpapier of certificaten die liquide en verhandelbaar zijn.
Swap
Een swap is een overeenkomst tussen twee entiteiten om op verschillende data en binnen een specifieke termijn kasstromen uit te wisselen. De kasstromen kunnen verplicht of optioneel zijn, de bedragen kunnen vooraf bekend of variabel zijn en voor de betaling kunnen meerdere valuta’s worden gebruikt. Voorbeelden van swaps:
- Renteswap: een zwevende rente wordt uitgewisseld tegen een vooraf vastgestelde rente
- Credit default swap (CDS): bescherming tegen een kredietgebeurtenis van een specifiek bedrijf (of land) tegen een stroom van vaste betalingen (zie definitie van credit default swap voor meer informatie).
- Cross currency swap: uitwisseling van hoofdsommen en rente in twee verschillende valuta’s.
- Inflatieswap: inflatie wordt uitgewisseld tegen een vooraf vastgestelde rente
Swaption
Een swaption is een optie op een swap. Het is dus een overeenkomst waarbij het recht wordt gekocht (verkocht) om een renteswap af te sluiten tegen een al vastgestelde prijs. Zo is een 5-year, 3% fixed receiver swaption, maturity June 2014 een optie waarbij de houder het recht heeft om 3% te ontvangen tegen betaling van een zwevende rente gedurende vijf jaar vanaf juni 2014.
Tegenpartijrisico
Tegenpartijrisico verwijst naar het risico dat een tegenpartij van een financiële transactie zijn contractuele verplichting niet nakomt. Voor een tegenpartij van een OTC-transactie die winst boekt (positieve marktwaarde van de OTC-transactie op de balans) vertegenwoordigt dit het risico op een wanbetaling door de andere partij alvorens de transactie zijn vervaldag bereikt.
Technical analysis
Technische analyse verwijst naar de analyse van prijzen uit het verleden om toekomstige prijzen te voorspellen. Bedoeling is om steunniveaus (het niveau waaronder een prijs wellicht niet zal dalen) en weerstandsniveaus (het niveau waarboven een prijs wellicht niet zal stijgen) te identificeren. Klassieke technische indicatoren zijn Bollinger bands, moving average convergence divergence (MACD) en relative strength index (RSI). Volgens de efficiënte-markthypothese, zelfs in zijn zwakste vorm, is dit type van analyse irrelevant om prijzen te voorspellen, maar Behavioural financ onderschrijft deze theorie wel.
Thematisch beleggen
Beleggen in een breed en langlopend thema dat vaak landsgrenzen en industrieën en sectoren overschrijdt
Top-down
Top-down is een term uit het vermogensbeheer om het effectenselectieproces te omschrijven. Er worden opeenvolgende allocaties uitgevoerd gaande van een wereldwijd perspectief (aandelen van overal ter wereld selecteren) over een regionale tot een sectorale allocatie. Vermogensbeheerders beginnen dus met het breedste universum van effecten en versmallen hun focus geleidelijk. Het tegengestelde van ‘top-down’ is ‘bottom-up’.
Tracking error
De mate waarin het rendement van een beleggingsportefeuille afwijkt van het rendement op de (gekozen) benchmark. De afwijking kan onder meer ontstaan omdat in de performance van de benchmark geen transactiekosten zijn verwerkt en in die van de portefeuille wel, of omdat de wegingen van de posities in de portefeuille afwijken van die in de benchmark.
Een tracking error kan ex-post (“achteraf”) en ex-ante (“vooraf”) worden berekend. Een ex-post tracking error vergelijkt de daadwerkelijke performance van de portefeuille en die van de benchmark over een bepaalde periode. Een ex-ante TE betreft een schatting op basis van bv. de huidige bewegelijkheid (volatiliteit) van de benchmark. Beide TE’s kunnen van elkaar afwijken.
Tranching
Tranching is de onderverdeling van een lening in verschillende schijven. Het is een vaak gebruikt mechanisme in securitisatie om het risico-rendementsprofiel van een portefeuille in verschillende tranches op te delen. Eén van de voornaamste doelstellingen van dit proces is om een betere kredietrating te krijgen voor nieuw opgerichte senior tranches (AAA, laag kredietrisico). Tussentranches (mezzanine) en achtergestelde tranches met een hoog kredietrisico (aandelen) zijn dan eveneens beschikbaar.
De twee basisprincipes van tranching zijn:
- verplaatsing van wanbetalingsrisico van een verzameling activa van aandelen naar senior tranches
- verplaatsing van kasstromen afkomstig van de verzameling activa van senior naar aandelentranches.
Trustbeheerder
Een trustbeheerder is een wettelijke entiteit die (doorgaans administratieve) taken uitvoert namens een begunstigde. Trustbeheerders worden onder meer aangesteld om special purpose vehiclesof pensioenfondsen te beheren.
Volatiliteit
De volatiliteit van een actief is de standaardafwijking van zijn rendementen. Deze dispersiemaatstaf beoordeelt de onzekerheid van activaprijzen, die vaak omschreven wordt als het eraan verbonden risico. De volatiliteit kan ex-post (achteraf) of ex ante (vooruitlopende schatting) worden berekend.
Volume-Weighted Average Price (VWAP)
De Volume-Weighted Average Price (VWAP) of naar volume gewogen gemiddelde prijs is de verhouding tussen de totaal verhandelde waarde en het totaal verhandelde volume gedurende een bepaalde periode. Veel makelaars worden beoordeeld op hun vermogen om orders uit te voeren die gelijk aan of beter dan de VWAP zijn.
Waardebelegging
Een waardebeleggingsstrategie belegt in ondergewaardeerde bedrijven. Om die aandelen te identificeren kunnen analisten bijvoorbeeld bedrijven selecteren met een lage koers-winstverhouding (aandelenkoers gedeeld door winst per aandeel) of met lage prijs-boekwaarderatio’s (aandelenkoers gedeeld door boekwaarde per aandeel). Aanhangers van deze benadering menen dat de aandelen van dergelijke bedrijven naar het niveau van hun intrinsieke waarde zullen stijgen, maar critici stellen dat die intrinsieke waarde moeilijker in te schatten is. Een waardebelegging wordt vaak gezien als het tegengestelde van een groeibelegging.
Warrant
Een warrant geeft de eigenaar het recht (maar niet de plicht) om onderliggende aandelen van een bedrijfsemittent te kopen tegen een specifieke prijs en datum. In tegenstelling tot opties worden warrants door de onderliggende emittent zelf uitgegeven.
Weighted Average Life (WAL)
The weighted average life (WAL) of gewogen gemiddelde resterende looptijd van een gesecuritiseerd product meet de tijd nodig voor de terugbetaling van de helft van de hoofdsom van het effect. Dit is het meest gebruikte cijfer om de looptijd van een gesecuritiseerd product te beoordelen.
West Texas Intermediate (WTI)
West Texas Intermediate (WTI) is een zoete en lichte ruwe olie (lichter dan Brent Crude) die gebruikt wordt als onderliggend actief voor oliefutures die op de New York Mercantile Exchange worden verhandeld.
Z-spread
De z-spread meet de nulspread ten opzichte van een referentierentecurve die beleggers vereisen om geld te lenen aan een emittent. De z-spread wordt vaak gebruikt om obligaties met verschillende looptijden en luidend in verschillende valuta’s te vergelijken.
Socially Responsible Investment (SRI)
Socially Responsible Investment (SRI) of Maatschappelijk Verantwoord Beleggen is een belegging in bedrijven op basis van maatschappelijke en ecologische criteria. De belegging wordt als maatschappelijk verantwoord beschouwd op basis van de aard van de activiteit waarbij de voorkeur uitgaat naar bedrijven die bijvoorbeeld actief zijn op het domein van ecologische duurzaamheid en schone energie en waarbij bedrijven die verslavende stoffen zoals alcohol of tabak verkopen worden gemeden.